Nils Chr. Moe-Repstad

Uit: Wunderkammer (27 catalogi)


Vertaling: Liesbeth Huijer


03


Maar het lichaam is elke letter in de bacteriële catalogus





59

Die is als de labyrinten in de oudheid

en heeft de medische fenomenen altijd duisterder gemaakt

de dagen onvoorspelbaar als de openingstijden van het lelietje-van-dalen






60

Ik had me tot Linnaeus kunnen wenden, maar zijn boeken hebben de boekenkasten verbrand

en het lijkt op die nachten dat de ochtend wordt geabsorbeerd, of ik met God

of de zoon van het ochtendrood wakker word, maakt niet uit, ik heb nog vier labyrinten in mijn nieren






61

Ik heb het koud en de wreker bestaat uit de bacterielegioenen van het lichaam, deze avond

risotto met truffels op het terras van Hotel Madrid, aan de tafel van generaal Franco

en Pseudomonas: 100.000 razen door de vier klassieke labyrinten in mijn nieren






62

Ik voel een brute kracht datgene pakken waar ik van houd

het schrijven en de uren

zijn er maar twee, later in bed ril ik en voor morgen slaap ik niet






63

Ik had de ziekelijke kunnen zijn, jij had

de gedichten kunnen schrijven en glazuur van taarten kunnen

likken, ik had in bed kunnen gaan liggen om uit te sterven






64

Er zijn ogenblikken die ik niet kan verhinderen, zoals het epitaaf van de darmen: het maagsap komt omhoog

een plotselinge, panische misselijkheid, een plastic drain door het neusgat, voorbij het traanbeen

het wiggenbeen en de neusschelpen, via het slokdarmhoofd en de slokdarm omlaag om de maag leeg te pompen






65

Heeft het verlangen naar literatuur in een doodsogenblik bestaan

dan was de uitvoering slechts een idee, de psychologie slechts een mogelijkheid

de wens even vreemd als het produceren van papier van de kastanjebomen langs de Bygdøy allé






66

Sommigen sluiten wonden, anderen plukken ’s zomers hechtingen en aardbeien

ik cultiveer bacteriestammen: de wond van de navel was helemaal rood

tot aan mijn pik en sappen moesten met een drain worden afgetapt






67

Ik zie, maar hoewel ik de snelste spierweefsels op aarde

in mijn bovenste en onderste ooglidligament heb

elimineert dat het onbehagen van het zien niet






68

Lamentatie is het op één na mooiste woord dat ik ken, dat tourniquet het mooiste is, zeg ik hardop

omdat de klaagzang en de pijnschreeuw dissonant zijn, terwijl vorm en fonetiek

verrukking zijn: zonder verdoving vingertopjes afkappen die in de Klaagmuur worden gestoken






69

Als ik mijn hoornvliezen en trommelvliezen nalaat, is dat voor het verlies van de natuurkunde

van de wereld: paradijsvogelhofmakerij, wolvengehuil, olifantenrouw van zout

dit lichaam is slechts lichaam genoeg om te schrijven






70

In de jaren na de metamorfose van het lichaam was ik een anarchistisch huis

celgroei in alle geometrische vormen en metastasen

alleen door een vergiftiging kon het lichaam een architectonisch huis worden






71

Nu kan ik het schrift met mijn polsen controleren, maar ik moest

een brandend literair huis in om er verkoolde schilfertjes

van mijn naam uit te halen voordat ik kon beginnen met schrijven






72

Ik wil het ik kennen dat de milt constitueert:

filtreert de melancholie van een periode, een beweging en een stad

de plek waar je niet bent, de minnaar die je nooit zult kennen en de waanzin die dat veroorzaakt






73

Ik wil het ik kennen dat de nieren constitueert:

als een 3-7 cm brede hoed met bruine sporenafdruk, 5-13 cm lange

stengel, roestbruin met gele vlekken dialyse, transplantatie of dood is





74

Ik wil het ik kennen dat de lever constitueert:

alle rommel, afval en teringzooi die achterblijft

en de reiniging, ik denk zo groot als de ziel





75

Het zijn seismische metingen of het gevoel voor literatuur

ik schrijf en beroof alle cel van hun afweer

tot ze breken als tektonische platen en huizen instorten





76

Iemand zegt dat het een schimmenspel is, maar wie mij ’s winters aantreft

treft iemand aan die 1 januari onder palmen schrijft en met een gloed als lichtbron

lees ik wintertheorieën in woestijnnachten om het epitheel van het lichaam niet te ontsteken






77

Ik verzamel vorstaanvallen, in Las Palmas probeerde ik per ongeluk een versie van de zelfontbrandingsscène

in Bleak House: mijn hand glijdt omlaag langs de kant van het bed, de straalkachel en de brand in het onderhuidse weefsel

de duim, de middelvinger, reservoirs van ingekapseld vocht in de epidermis, duidelijke biologische processen in sterk licht





78

Uit Las Palmas weet ik hoe ik me door gloeiende etmalen schrijf

ik kan afbranden zoals anderen opbranden, maar het

was slechts mijn hand die medisch en mentaal moest worden behandeld





79

Onder je huid, een Babel groter dan verwachtingen van chaos, maar voor je

iets zegt, wacht, hoor de kakafonie: ieder orgaan zijn eigen taal, de milt is al gedecodeerd

als het verhaal over melancholie en Baudelaires Parijs, ik probeerde alleen de nieren te constitueren





80

De gedachte is de elektriciteitscentrale en de beweging die niet beweegt, begint met stroom

een milde koepel van pijn, niets van buiten, de informatie ligt ergens anders

in het lichaam opgeslagen: gloeiend staal voelt precies, zo precies






81

Ik heb een boog van gewalst staal in mijn ene been

die groeit zoals staal groeit als het uit de ovens wordt gegoten

in golven onder de huid voordat het luwt, adem, maar laat geen kier vormen





82

Een rationele gedachte om mijn knie 90° te buigen stopt in mijn hart, maar

perst zich door de halvemaanvormige klep en er gaat een signaaltje via mijn longen

naar mijn testikels, waar verzet een gesprek is dat alleen tussen twee partijen kan worden gevoerd





83

De literatuur schraapt een van mijn oogappels uit en vindt een ander

zicht dat doordringing in het Oude Testament toelaat, dat Odysseus’

reizen kunnen bestaan in het vertakte skelet van een espenblad





84

Ik kom niet onder de bittere lagen uit, vroeger stapelde ik boeken op elkaar, als etages

in Babylonische gebouwen: ik wist niets over schrijven, maar bleef stapelen omdat ik leerde

lezen, eerst met één oog zoals de cycloop, toen met mijn hele lichaam, de ingang tot de gedichten





85

De blindheid maakte me ongeduldig, het denderde in het ethmoidale labyrint en ik vond geen precies

pijnpunt, ik zocht met prisma’s, schreef om de bevingen te dempen en het hopeloze in het lezen

van onrustige boeken: nog steeds druk ik mijn handpalm tegen mijn voorhoofd om het geheel te zien






86

Nu leef ik in kinderen, duiven, zand en kinderkopjes

ik schrijf niet dat beide nieren branden, met literatuur

is alles uit te houden





87

Ik zei 150, ging naar zee om 151 te schrijven, maar zeg niet tegen mijn moeder dat ik 151 gedichten heb geschreven, ik zeg dat

ik ziek ben geweest en 151 keer andere antibiotica heb gekregen, dat zegt iets over de tijd, het zwarte in de kringen

onder mijn ogen en de termen: in de wiskunde is mijn moeder een operand, een binaire operand





88

Iemand heeft mijn hals vast om mijn hartslag te vinden

die hartslag zit in mijn boeken, als andere beelden van Rome, Hille

Parijs, een etmaal in een boekhandel waar ik slaap en Shakespeares sonnetten lees





89

Ik heb mijn duim en middelvinger verbrand en schrijf niet

ik denk en noteer drie regels op denkbeeldig papier

het watermerk is een kind dat 331 jaar geleden verdween





90

Na de pijn hoor ik

het geheugen, hoor ik altijd

het geheugen, stiller dan de synapsen





91

Ik heb lezen ook op de groei van de zenuwen gebaseerd, en als ik naar het meest perifere reik

mis ik altijd wat dichtbij is: de bus naar de eindhalte in een nacht met miezer, de heup in het gras

bij zonsopgang op een zomerdag, Medulla, waarom zo eindig over de oneindigheid van zenuwen?





92

Is de kamer te groot voor dit kabinet, vraag ik als de zwakste verzamelaar:

ik catalogiseer vondsten onder de huid en heb daar taal verborgen

voor mijn moeder, ziektes waarover ze droomt, het kabinet reëel, geïsoleerd





93

Er zit een trauma in dat niet in het bloed te zien is, de milt

heeft zijn tijd gehad, de nieren zijn chronisch ontstoken

de ervaring van de oertijd en het nu in één etmaal





94

Vruchtwater, de ontdekking van bewustzijn, stamcellen

er zit een trauma in en ik moet door alle organen

voordat ik sterf aan een vergiftiging





95

Toen de literatuur begon te spreken, was het lichaam een te grote ernst, maar ik hoorde iets toen

ik ging weer liggen om te sterven, de artsen zeiden niets, maar later, in het chirurgisch

rapport, stond dat een Latijnse letter de arteriool in mijn rechternier had geopend






96

Buiten het lichaam is het medicijn een krachtveld, daar kan iets worden geconcentreerd

en verheven: the Lake District zingt als het paradijs, zei hij na de grand tour

maar het is het goddelijke plantenextract van Paracelsus dat de visioenen intensiveert





97

Ik brand de kelder tot de grond af, had ik degenen die me tijdens mijn ziekte niet omhelsden

moeten loslaten, de verzoeningsdemonen zijn als de koepels van het Kremlin: ik denk

literair, laat honden binnen en omhels ze tot ze me verlaten als katten





98

Als ik me op mijn zij draai om te schrijven, is het omdraaien zelf het moeilijkste

er zijn twee technieken: ik steek mijn arm door en onder de beddenplank en draai

mijn heup met me mee, of ik blijf de hele nacht op mijn rug liggen schrijven





99

Maar ik zie het nu, de verdubbelde celdeling en de spieren die

autonoom in het schriftelijke werkten, de onverschillige frasen

niet in de houding, niet in het Ikaros-element





100

Dat het zo eenvoudig was vijf vingers af te hakken om te stoppen met schrijven, kon ik niet weten

dus hakte ik de andere vijf ook af: ik weet hoe moeilijk het is om met je polsen te schrijven

met de exacte genen voor geometrische metastasen zit er verstand in al het verdriet en al de vreugde





101

Er zijn dagen die natuurlijnen zijn, dagen die geschiedenislijnen zijn, dagen die mijn lijnen zijn

ik onthoofd ze en ze drijven met de wolken mee, niet omdat ze lichter zijn:

ik heb licht gevoeld, licht gesproken, dus hoeveel dagen en hoofden zijn er in een geschiedenis?





102

Iemand droeg me vannacht het balkon op, liet me daar tot oktober liggen

de regen perforeerde gevoelloze huid, spieren, kraakbeen, been en merg

terwijl ik dacht: hoe diep kan het geheugen de grond ingaan





103

Te laat voor adrenaline, als ik wil dat het hart stopt

de tegenovergestelde stof heeft de basis gelegd voor mijn poëtica

plus en min, twee polen waar literatuur van had kunnen komen













Comments

Nils Chr. Moe-Repstad (1972) is een van de interessantste Scandinavische dichters van dit moment. Hij schrijft over de meest uiteenlopende onderwerpen en laat in zijn werk verschillende historische tijden door elkaar heen lopen. ‘Al die brokken en flarden en fragmenten vormen een bouwsel waarvan niet de ingang maar de exit nauwelijks te vinden is,’ schreef Peter Verhelst over 19 vergiftigingen (Azul Press, 2017). Dat gaat voor Wunderkammer (27 catalogi) ook op. Moe-Repstad maakte van deze bundel een ware Wunderkammer, waarin hij van alles verzamelde. Toen Wunderkammer in 2016 in Noorwegen uitkwam, werd die in de pers een monument in de Noorse poëzie genoemd. Wunderkammer verschijnt begin 2021 bij Azul Press. Portret: André Løyning.
Liesbeth Huijer (1972) vertaalt uit het Noors en het Zweeds. Ze studeerde Nederlands in Leiden en Scandinavistiek in Trondheim en Oslo. Eerder verschenen haar vertalingen van werk van de Noorse dichters Nils Chr. Moe-Repstad (19 vergiftigingen) en Ruth Lillegraven (Sikkel), en een keuze uit het werk van de Zweedse dichter Ulf Karl Olov Nilsson / UKON (Ik wilde dichter zijn). In 2021 verschijnt de bundel Wunderkammer (27 catalogi) van Nils Chr. Moe-Repstad bij Azul Press. Portret: Rosa van Ederen.

Pieter Van de Walle

je dacht dat ik overdreef toen ik zei dat mijn vijf kolibries
vijf verschillende voederbakjes nodig hadden
omdat ze elkaar anders met hun snavels de kop inslaan

Lees verder

Tim Bongaerts

er is weinig voor nodig
een korte ontkoppeling 
van je lichaam 

hoor je het bot kraken?

Lees verder

Simone Atangana Bekono

UHH,,,I AM SORRY I KNOW NOTHING OF FORM!!

er wordt veel over me gefluisterd
ik mis tucht dus ik vraag stergespreid om tucht

Lees verder

Yinni

GEGROET BODHISATTVA VAN HET AFVAL

Lees verder

Rozalie Hirs

ik doe mijn haar
[thema en variaties]

Lees verder

Angelika Geronymaki

diep in de aardkorst gaat de tektonische grens
gebukt onder een saboteur, voor hem het onderrijk,
anti-oceaan e.d.

Lees verder

marwin vos

de teksten opnieuw doorgenomen op de woorden

– zelfmoord

– moord/uitsterven

– weigeren

– joy

Lees verder

Yasmin Namavar

ik kniel voor de bloemen, de velgen
gebukt onder het lichaam
als ik opkijk
ligt er een kind tussen mijn benen

Lees verder

Alara Adilow

Dysforie diaspora dysforie mijn
en laat me daarna spreken
Met dit bijeengeraapte vocabulaire
van ingestorte dingen: steden ideeën idealen familie economieën.

Lees verder

Max Urai

De auteur wil de volgende personen en instanties bedanken voor hun hulp bij de totstandkoming van deze roman.

Lees verder