Het Museumeiland
Ballade voor Bacon en bonen
Studie naar Innocentius X, 1962. Studie naar
Velázquez portret van paus Innocentius X, 1953.
Hand mit Ringen; persoon met vlees, 1954.
¿You wanna be a little punk A little smart-ass
little punk Bigtime tough little punk? Drie studies
van het hoofd, 1953; Kop VI, 1949. Let me see
your fingers. Swirskaante inder. Spijkerrib!
Kastkleed! Scheur! Avoid being sent back.
Drie studies voor een kruisiging, 1962. Drie studies
voor figuren aan de voet van een kruisiging, 1944.
Fragment voor een kruisiging, 1950.
‘Goedemorgen Joe, hoe gaat het met je?’ Ik eet
de hele tijd, maar ik kom niet aan of niks.
Hand mit Ringen; schilderij, 1946. Spijkerrib!
Kastkleed! Lam! Kom in de kring en zing,
lekker ding! Sing Sing! Avoid being sent back.
Liggende figuur met injectiespuit, 1963.
Twee figuren op een bed met toeschouwers, 1968.
Nothing at all but three things.
Drie studies van figuren op een bed, 1972.
(3) Dek iedere ochtend netjes je bed.
‘Goedemorgen Joe, hoe gaat het met je?’
Bewegende figuur, 1976. (5) Use trash cans!
Hand mit! Scheur! Avoid being sent back.
Prins, was 500 gram bonen en week ze zo’n 12 uur.
Kook ze in het weekwater gaar. Snij plakjes spek,
of dobbelsteentjes, en bak ze uit op een laag vuur.
Serveer met gefruite ui. Avoid being sent back.
Zwart licht
Hoe zijn stemming was toen hij aandachtig las in Nacht
van Hilsenrath,
bij de oranje gloed van Chinese, uit imitatiehars gegoten
prulsterren herinnert Ros zich {maar al te} goed
evenals zijn drift in het zwarte licht
dat sluimerde op het podium van Gents Vooruit, toen dat
tijdens de eerste en naar spoedig zou blijken enige editie
van de QUEERATON
dienst deed als slaapzaal
en hij hongerend woelde in het bed naast Jäcki
die al SMEET MET KIEZELS in het glazen huis
of hoe later, na de aanschaf van een paarskleurige buis, het
effect op zijn slaapkamer niet eender was (al bleef het huis
van glas en stond het in een straat
uit de nacht van Hilsenrath.
Aan de andere kant,
als het bloed in je spreekt
sprokkelt de Sprietenman spraakmakende sproeten
van Malle Momentenmormels lijkbleke gok
(uitgekookte kogelvisjes, chronisch knarsend.
Het ene canvas is het andere niet (fragment)
Zoals er eens een bokser zal zijn
die uit de ring valt
en dondert op een schilder en die schilder
pakt zijn verf en hij verft
die klap, die val – ¡Honey, I forgot to duck!
ruggelings door het touw,
recht in het soort van rare vouw van datgene
wat doorgaat voor tijd.
Zoals er eens een bokser zal zijn HIJ
die uitdeelt,
de eerste klap (Stier neer) de tweede klap (Stier
neer) de derde klap
(Stier neer), de vierde klap (Stier neer), de vijfde
klap (Stier neer)
¡BOF BOEM BEDÈNG BEDONG!
HIJ die in deze enclave van licht, krakend in elk gewricht
erop toeziet dat de ander van voren niet
weet dat hij van achter leeft en op z’n poten beeft
als een leeggebloed rund, klaar
voor de coup de grâce
die toetakelt en timmert en hoekt en beukt HIJ
uitgerekend HIJ
is het die uit de ring valt,
die ene domme oogwenk, door de scheids zowaar geteld,
op de schilder die het schildert (en dan zelf wordt
geveld, de verf amper droog.
Scan the Man vs. Ensor James
Af vliegt het masker. Ik geef u, ontdaan van de huid,
het hoofd, de bunker van z’n buitenmuur beroofd.
Als eieren het ogenpaar, de kassen grondig ontvleesd;
karige bakens in de beemd van een dorstend beest.
Het licht is onze zuster. Dankzij haar zien wij veel.
Zacht zusterke Licht met uw verfijnde chinoiserieën
leid ons in uw rood, uw blauw, uw grauw en uw geel,
op blote tonen poedelend in paarlemoeren fantasieën.
Af vliegt het masker, de schijf van het kenbaar gelaat.
Nu is ’t de mond- en neusholte waar het licht in baadt.
Hard zusterke Licht, uw verleidelijke ozonrijke geur
slaat op onze adem uit wolken van sleur. Lik ons. Lik
ons met uw dubbele tong, sla ons met uw kale klinkers.
De wreedaards, de drinkers, de sloebers en de stinkers,
duchten uw kasteel, het geurvlaggetje op elk kanteel, de
modderschuiten in de roerloze gracht, hun lamme vracht.
Af vliegt het masker, de mal met neus en mond verdwijnt.
Nu is ’t een bruuske gehoorgang waar het licht in schijnt.
Beton vergruist er, staaldraad proest; de oorschelp suist, de
mensenzee smoest. Wreed zusterke Licht, geef ons tekst.
Op de treden van de trommelholtetrap, door u behekst,
is het barsten geblazen, braken zonder betalen, rondgaan
met een kop als een groene kool. De bakker van Eeklo
sprokkelt ijlings deeg. En toch, het venster blijft leeg.
Af vliegt het masker, de schijf met het shoppend oor.
In het holst van de gedachten breekt de zon niet door.
Rillend rammelt het skelet er met zijn knoken; ’t
lust er wel soep van, maar ziet zichzelf niet koken.
Elders geen koffer
Drie vijf bij acht en een half bij vier twintig.
Wie pint me er op vast.
Hout, plexiglas, glas, meubilair
een gootsteen, lampen, kiekjes
gietsels, gips, papier / potten, pannen, kannen
dozen, een deun, shorts (3) / wol, linoleum, leer
metaal, katoen, kunsthars
verf, een koffiekan, zand en peuken. Het uitzicht
een schrijn, een splinter van het kruis. Elders geen
koffer.
De geschiedenis van een lichaam.
Tableaux vivants.
Ligt (de baard groeit). Leest (het haar groeit), een
handvol man (baard, haar). Kutrook in de ogen.
De knul hiernaast draagt een speld door zijn wang.
De muren hebben oren. Als ie melkt is het een gore,
excessief geweld.
Drie vijf bij acht en een half bij vier twintig. Geweer,
jongeheer
Bout rammelaar roer / knoert lat leuter broer
loert loeres lul mik / piel piemel piepel pik
paal pook potlood / snikkel slinger tamp.
Vertrek uitgesteld, been slaapt (de baard groeit, het
haar groeit, het boek weer waar het hoort).
Drie vijf bij acht en een half bij vier twintig. Elvis
is dood. Mij speld je niets op de mouw.
Nick J. Swarth is dichter en performer. Hij publiceerde o.a. de bundels de napalmsessies, ¡Mondo Manga! en onlangs Mijn onsterfelijke lever. De illustraties in deze bijdrage zijn ook van zijn hand. Bezoek ook de website van Nick J. Swarth: www.swarth.nl.
2 thoughts on “Nick J. Swarth”
Comments are closed.