Dysforie diaspora mij dysforie. II
Dysforie diaspora dysforie mijn
en laat me daarna spreken
Met dit bijeengeraapte vocabulaire
van ingestorte dingen: steden ideeën idealen familie economieën.
Ik ben de scavenger toch?
Hoe verwacht je dat ik iets opvang in deze kosmos van gevoel
gekleurd als sterrennevels doorzichtig en dradig
voortdurend dreigend uit elkaar te vallen
en voeding te worden voor een stelsel van
verdriet – woede – zelfdestructie
Leave me now dearest darling madeliefje
beauty & geweld en kathedralen van gezichten in de stad
Ik taste even de dag dysforie diaspora drukt tegen het daglicht.
Steen dier taal dier dier mijn dysforie dierbare.
Laat los en word licht word veer
dearest darling it bangs en boems zo hard man, ik zweer mijn hyacint
Ik weet dat jij mij liefhebt dysforie diaspora
Dus hou ik je vast – omarm mij en laat mij zuivere gebrokenheid wezen
en thuisloosheid waarom niet?
Nationalisme was nooit iets voor mij
dus fuck jouw landsgrenzen.
Laat mij nu volledig en laat dan volledig opgebroken zijn
en tijdloos en goddelijk
En (on)traceerbaar lekker afgebakend
Voor jullie haters nu vriend.
Trillingen trillingen tril dysforie, tril diaspora,
ze zeggen laat het je niet bewegen of verroeren maar
dearest darling diaspora dysforie
it bangs en boems zo hard man.
Ik zweer mijn hyacint
Je weet toch, ben gewoon straight met jullie.
‘Als ze diamantjes draagt is ze een golddigger
Niet een sletje, jongen. Koester dit advies van je vader’
In de tussentijd woekert mijn verdriet rond met de roekeloosheid van de zomer
en de alertheid van de winter.
Ik beken ik blijf de primitieveling.
Probeerde te doen alsof ik echt de klassiekers kende.
Sorry dat ik me probeerde te vermommen in de stoffige oude kleren van een intellectueel.
Beloof dat ik vanaf nu open ben en ondergedompeld blijf in flows van onwetendheid
Ik was gewoon verliefd op Antigone,
hoe ze in die stenen baarmoeder waarin ze haar hadden opgesloten –
herboren werd als feilloos symbool van vrouwelijke kracht maar toch
treur ik om het feit dat het niet
niet een zus was die ze moest begraven.
We zouden bezig moeten zijn het opgraven van vrouwenlichamen
wedden dat ze spreken als we ze vinden
De staat tegen de wet van dit lichaam nog steeds sowieso
en je denkt die genderdiscussies hebben niks te maken hebben migratiestromingen,
Alsjeblieft zeg.
Trouwens, ik heb nooit beloofd om je hart niet te breken man.
Met je mooie blonde krulletjes en je vervuilende auto’s
Wat verwachtte je van mij.
Ik wou wraak wraak wraak!
De beschermer van de roos Maria stond me bij – al mijn spelletjes
Ze zei – Alara je bent een vieze goedkope hoer die mank loopt
en je kan niet spellen maar toch
Je poëzie is iets wonderlijks
als mijn maagdelijke baren van het jongenslicht.
Daarom sta ik je bij al haat je onze vader.
Dus daar ga ik dan,
met dit lichaam
dat niks meer dan een zonsondergang is,
ik ben het teken van einde
toch staren de te oude mannen en mompelen ontroerd-
mooi hè – ja het einde is fucking mooi.
Ik schaam me nog het meest voor de tijd die ik verspild heb aan het vergaren van vermogen –
In plaats van het lezen van literaire werken van mijn zusters
Het kapitaal is in oorlog met feministische theorieën.
Zuster, alsjeblieft Hou me even vast want ik ben eenzaam
Toen de verpleegster mij vertelde dat ik hiv had- deed ik net alsof het me niks uitmaakte –
ik wou toch geen kinderen of vrouw – ‘player4life’
Vele jaren later realiseerde ik me dat het degenereren decennia zou beslaan.
Weet je waarom ik erover schreef zuster?
Omdat ik niet meer gesluierd wou zijn door de verhulling ervan.
De leugens gumden me nog meer uit dan de ziekte zelf.
Als je een schaamte bedekt bedek je kern van jezelf.
Verhullingen zijn nooit passief. Vermommingen ook niet.
Zo had ik heel lang het gevoel dat niemand mij echt kon zien
daarom ontbloot ik mijn schaamtes.
Wilde dat mijn lelijkheid gezien werd en toen genas die geestelijke toetakeling die de infectie in
mij aanbracht
Ik zoek nog steeds in poëzie om de stukjes van mezelf bijeen te zoeken.
Ik zoek in stemmen van vrouwen
voor verbindingsstukken om mezelf bijeen te bouwen.
Ik was op de straat met jongens die mijn zwakkere lichaam als een druiventros zagen
Hoe ze smulden van mijn angst
Hoe ik smeulde in mijn angst
Mijn hart is gebroken straat met een kroon van regenwolken – en een nacht die de maansikkel als
scepter vasthoudt
Mijn gedichten zijn bliksemschichten
Crossdressing in de kamers van hoogleraren,
die mijn FFS-littekens veredelen.
Waar de fuck was ik? O ja
Rende ik ooit de gloeiende zomer achterna
Ben ik nu minnaar van een koele november
Het loof meervoudig gekleurd
Het einde nabij. Ik maak van de lessen
die de zomer me gaf een harnas
Dwaal vol zelfvertrouwen de winter in.