Thomas Buysens (1)

Samplekanon nodigt een jonge schrijver, dichter of kunstenaar uit om vier weken achter elkaar
een sample te brengen. 
De eerste sampler is Thomas Buysens. Hij debuteerde op Samplekanon
met ‘Suggesties van een onbestaand oeuvre’, 
hier te lezen. Zijn eerste bijdrage als sampler van dienst,
‘ik wit, de nacht zwart’, is hieronder te lezen.

ik wit, de nacht zwart

In mij is een onrust die laait als een brand. Elke avond na middernacht ga ik fietsen om me te luwen.
Dan word ik een helicopter. Ik blus mezelf uit.

Ik kruis overal taxi’s. Taxi’s en nachtelijke joggers. De joggers steken schuin de straten over, negeren de
verkeerslichten, trippelen als dieven door rode maantempels.

Ik vang een glimp op van een taxichauffeur die wacht tot het groen wordt. Het is een man met een
stierennek, een crewcut en marsepeinwit hoorapparaat. Hij brengt mensen naar huis, zelfs als het allemaal
niets meer uitmaakt. De stad verdwijnt achter gebruind glas. Zijn zetels ruiken naar amaretto, een digestief
voor de nacht.

Voor elke ongeschreven pagina hing ik een veter aan mijn fietsrek. Zo wordt mijn inspiratie vannacht aan
flarden gereten, de wapperende tenen van een kwal in open zee.

Ik heb niets geschreven vandaag. Dit is erg. Ik moet de tijd beter leren afbakenen. Wat ik achterlaat is één
grote steppe zonder gewassen.

Misschien is het internet een stal waar we in onze eigen tijdmodder ploeteren: elke klik een stompende
hoef in eigen stront.

Mocht elke nutteloze muisklik een steek van een breinaald zijn, dan kon de hele wereldbevolking dagelijks
een sjaal naar de maan en terug breien. Een kerstslinger tussen de sterren, nonchalant om de hals van ons
verkouden zonnestelsel geslagen, een oude zwarte weduwe nippend aan de warme melkweg.

Ik heb eens gelezen dat farao’s sliepen op kussens van steen en dat ze hun dromen opsloegen in
honingpotten. Loop ik niet dagelijks met mijn kop tegen steenharde feiten op, zie ik mijn dromen niet stuk
voor stuk buiten datum raken en vervallen?

Ik moet de tijd leren omheinen. Wat ik achterlaat is een verlaten bedrijfsparking met her en der een
verkalkt en verzakt verkeersbord. Mijn vijvers zijn troebel, mijn gedachten ondiep, mijn aarzel reëel. De
inspiratie manifesteert zich binnenin een fabrieksloods met bedompte glazen, klapwiekend naar een
mogelijke uitweg, een mogelijk aan scherven geslagen gat.

Aanvankelijk was ik naar de stad verhuisd omdat ik dacht dat de chaos er mijn eigen rusteloosheid zou
overstemmen. Zoals bij de tinnitus van Renée.

Renée kon enkel nog inslapen op death metal muziek, omdat ze een fluittoon in haar oren had die nooit
ophield. De dokters hadden haar zelfs in een titanium ruimtecapsule naar de bodem van een diep zwembad
laten afzakken, in de hoop dat haar trommelvliezen zouden dichtklappen. Dat was mislukt. Renée had later
nog kersenpitten in haar oorholtes ingebracht, hoewel ze wist dat het tuten van binnenin haar hoofd kwam
en niet van buitenaf. Ook dat was mislukt. Na een paar maand groeide er tot haar verbazing wel een
kiempje uit haar rechteroor (de pit in haar linkeroor had geen wortel geschoten).

Misschien was het de dood die in Renée had kiem geschoten.

Ik ken ook iemand die nooit buiten de schaduwen van gebouwen om fietst. Als het moet rijdt hij hele
blokken om. Hele kilometers. Hij beweegt zich in parallellogrammen van duisternis.

Ik ben geen vampier, maar dit is zijn reflectie die rijdt, en straks weer zal schaken met mijn slaap tot de
ochtend valt: ik wit, de nacht zwart.

Thomas Buysens (1987) is taaltechnoloog, saxofonist en schrijver van tekstflarden. Samen met Ulrike Maes, de wolvengodin van de Antwerpse underground, schreef hij evenwel onlangs in één seizoen Roedelliefde, een raamvertelling met schaapswollen gordijnen. De jonge schrijver woont inmiddels bijna drie jaar in Milaan, waar hij jobhopt als een mus op de dakgoot van het neoliberalisme. ‘Suggesties van een onbestaand oeuvre’, zijn debuut, werd gepubliceerd op Samplekanon. Een opvallend werk in dat onbestaande oeuvre is de steampunknovelle Robotzweet (2013). De komende vier weken is Thomas Buysens de sampler van dienst.

Comments

Tim Bongaerts

er is weinig voor nodig
een korte ontkoppeling 
van je lichaam 

hoor je het bot kraken?

Lees verder

Simone Atangana Bekono

UHH,,,I AM SORRY I KNOW NOTHING OF FORM!!

er wordt veel over me gefluisterd
ik mis tucht dus ik vraag stergespreid om tucht

Lees verder

Yinni

GEGROET BODHISATTVA VAN HET AFVAL

Lees verder

Rozalie Hirs

ik doe mijn haar
[thema en variaties]

Lees verder

Angelika Geronymaki

diep in de aardkorst gaat de tektonische grens
gebukt onder een saboteur, voor hem het onderrijk,
anti-oceaan e.d.

Lees verder

marwin vos

de teksten opnieuw doorgenomen op de woorden

– zelfmoord

– moord/uitsterven

– weigeren

– joy

Lees verder

Yasmin Namavar

ik kniel voor de bloemen, de velgen
gebukt onder het lichaam
als ik opkijk
ligt er een kind tussen mijn benen

Lees verder

Alara Adilow

Dysforie diaspora dysforie mijn
en laat me daarna spreken
Met dit bijeengeraapte vocabulaire
van ingestorte dingen: steden ideeën idealen familie economieën.

Lees verder

Max Urai

De auteur wil de volgende personen en instanties bedanken voor hun hulp bij de totstandkoming van deze roman.

Lees verder

Anne Marijn Voorhorst

 In het Westfield Forum ruikt het niet naar urine maar naar
    parfums van alle bezoekers, plus die die er te koop zijn, plus die van de zangeressen die
    door Les Halles galmen

Lees verder