Judith en ik kijken Forgetting Sarah Marshall
Het eerste wat ik dacht was: Oh, hij is helemaal niet zo lang.
Ik denk hetzelfde als ik Marshall zie, die Marshall hier niet is.
Fictie is verwarrend. Ik laat privé zwembaden en lobster dinners voor twee
in LA links liggen, of rechts – het ligt eraan welke wereldkaart je voor je hebt.
Judith en ik kwamen er vorige week achter dat Hawaï is omringd
door kilometers water toen wij
Google Earth eens goed bekeken.
Watermannen moeten kunnen bewegen, zei Lisa laatst over haarzelf en ik
realiseerde mij toen pas hoe erg ik stilstond, hoe goed ik ben geworden in
luisteren.
Geduld groeit blijkbaar door trauma. Het verbaast Anna niets dat ik
niet van zwemmen houd – ik moet de grond kunnen voelen,
controle is vereist.
Mensen hebben geen idee wat er in het water verborgen zit.
Volgens Koleka Putuma is het gezout door het verdriet van onze voorouders.
Ik vertel haar niet dat ik daar eens in geboren ben.
Wij zijn nooit echt eilandmensen geweest, maar hebben toch altijd voor het water geleefd.
Voordat ik een bril kreeg, was ik best een vrolijk meisje.
Sterven door verdrinking is de beste vorm
leerde ik in mijn online zelfmoordboekenclub.
Aloe Vera werkt niet voor mijn soort littekens, oma,
maar er voor anderen zijn uiteindelijk wel.
En als je een keer wil vluchten omdat je alles zat bent,
hoe aard je dan? vraag ik Judith in paniek
na onze ontdekking.
Er gaat namelijk geen pont vanaf Honolulu naar centje.
Ik wil niet nadenken over wat er gebeurt als de pleuris uitbreekt.
Ik zie liever gestroomlijnde verbindingen, ik prefereer rechttoe rechtaan;
ja, ik gebruik inderdaad Google Maps voor de route “huis – bieb”.
Rogier zegt na het thuiskomen:
Wij verdwalen nooit meer.
Ik stel Ede voor. Ik kan verder gaan op de kaart voor hem.
Hij is langer dan ooit en ik word toch steeds minder moe.
Ik kan mezelf vergelijken met stil water, maar ik vind water als metafoor in een gedicht nogal cliché. Ik stel daarom een vuurtorenwachter-vergelijking voor, want soms ben je eraan toe om aan de kant te staan,
om te wapperen met je vlaggetjes: iets meer naar links, nee, meer hier naartoe. Nu is het mijn beurt om een leuk verhaal te vertellen.
Ik schep op over mijn rubberen boot:
je kan je in één rechte lijn van Bunnik naar Utrecht laten drijven. Hij is duidelijk niet onder de indruk.
Dat mijn fysieke wereld zo klein qua oppervlakte is gebleven is een keuze. Ik ben knap genoeg
om rijk te trouwen, maar Watermannen moeten kunnen bewegen.
Sardientjes uit blik is volgens Biggie Smalls een prima maaltijd.
Vissen uit de Kromme Rijn kan je helaas niet eten.