MOEDERWOND
I
mijn moeder neemt me mee naar de boksring in het zuiden van de nieuwbouwstad
een arena: vier lijnen wasdraad gespannen rond een turnmatras
ik draag dan al jaren het knarsbitje dat mijn gebit
tegen mijn geïnternaliseerde woede moet beschermen
ik trek het druipend uit mijn mond en hef het naar haar op: ik toom niets meer in!
ik zeg: mijn gebrek aan skincare routine is een vorm van loyaliteit aan mijn moeder
zij zegt: mijn middernachtelijk snacken is een vorm van loyaliteit aan mijn moeder
ik zeg: mijn parodontitis is een vorm van loyaliteit aan mijn moeder
zij zegt: mijn kant-en-klaar-koken is een vorm van loyaliteit aan mijn moeder
ik zeg: mijn slecht uitgevoerde feminisme is een vorm van loyaliteit aan mijn moeder
zij zegt: mijn stilte tijdens de maancirkel is een vorm van loyaliteit aan mijn moeder
ik zeg: mijn moeder!
zij zegt: mijn moeder!
we schreeuwen tot onze monden opgedroogd zijn tot talkpoeder
waarmee we onze handen in kloppen
weg levenslijn, weg liefdeslijn, weg moederwond
II
mijn moeder en ik ontmoeten elkaar in de sauna
we weten: als het moederschap je lastig valt, heb je dat zelf gedaan
ik speel met de gedachte een kind te baren
mijn geliefde is een moeder
mijn vader is een moeder
de barman in café de bastaard is een moeder
wat voor moeder ben ik?
mijn moeder verschuilt haar lichaam onder de waterval
we weten: hier zijn we allebei tot op zekere hoogte schuldig aan
ik speel met de gedachte een kind te baren
een meisje dat zich genoeg voelt
om zich niet aan de regels te houden:
niets slikt, niet slikt – een vingertopje
dat ze langzaam bij hem naar binnen duwt
mijn moeder pikt zich in haar verenkleed en voedt me
we weten: elke dochter kan het bloed van haar moeder drinken
ik speel met de gedachte een kind te baren
met enige regelmaat verwacht ik te worden
tegengehouden in mijn beslissingen
maar mijn moeder verdwijnt in de mist
als een halfslachtige mysticus
III
mijn moeder vraagt me haar op te zoeken op een plek
waar het veilig is haar ondergrondse gevoelens te verwerken
setting:
een achtertuin op het zuiden, een terras, een oranje zonnescherm
omgewoelde aarde, nat, diep en dampend
rolverdeling:
mijn moeder: de moeder
ik: de bramenstruik, links achterin
kostuum:
mijn moeder: Gardena plant- en bodemhandschoenen, een Tools tuinwoeler
ik: getooid, gedoornd
mijn moeder
ik wil onbeweeglijk leven
ik wil een wit laken omslaan en zeggen:
er is hier nog niets ontkiemd
de bramenstruik
jij leert de aarde nog te wachten op toestemming
stel je voor: een vulkaan tot aan de nok gevuld
en ze wacht op toestemming
mijn moeder
onderdanigheid komt in allerlei gedaantes
de bramenstruik
aan een riempje
mijn moeder
met een bal in je mond
de bramenstruik
of: spelen dat je dood bent
mijn moeder woelt om
ik krom mijn lichaam terug de grond in