Samplekanon nodigt een jonge schrijver, dichter of kunstenaar uit om vier weken achter elkaar
een sample te brengen. De eerste sampler is Thomas Buysens. Hij debuteerde op Samplekanon
met ‘Suggesties van een onbestaand oeuvre’, hier te lezen. Klik hier voor zijn eerste gedicht als sampler van dienst en hier voor ‘Betti’, zijn tweede gastbijdrage. Hieronder is ‘Min of meer methodisch te lezen’. Volgende week sluit Thomas Buysens af.
Min of meer methodisch
Al mijn paswoorden zijn namen van Griekse godinnen. Tot daar de methodiek in
mijn bestaan.
Persephone: de kuisvrouw van de hel.
Gisteren ging ik met Yves geroosterde geit eten in Matonge. Normaal is Yves
vegetariër maar voor sommige dieren maakt hij een uitzondering.
Geroosterde geit eten in Matonge is een van de minst methodische zaken die ik
sinds lange tijd gedaan heb. Het vlees was savannebruin gegrild en dampte met de
geur van vuur en sintelhout.
Yves’ leven is een stuk methodischer. Hij is eindelijk dokter en kon met zijn eerste
maandlonen een Peugeot cabrio, een exclusieve reeks onderbroeken van
Bikkembergs en een moestuintje van vijftig vierkante meter in de Algarve kopen.
“Vrijheid moet je afkopen.”
We rijden terug met een koorwerk van Haendel. Met Haendel zit er best geen dak in
de weg tussen jezelf en de hemel. De donkere torenflats zijn orgelpijpen vol wolken.
Yves vraagt me wanneer ik voor het laatst heb gehuild. Ik zeg dat ik moet
huilen als ik denk aan twee broertjes die verstoppertje spelen op de maan.
Een zakenman op Place du Luxembourg kijkt ons na. Zijn hoofd draait onafhankelijk
van zijn romp met ons mee –zijn knoopdas lijkt een strop, zijn aktetas een
bomkoffer.
Verbittering. Ik heb vrienden die bruistabletten slikken omdat ze keelpijn krijgen van
de Franse r.
Ik merk ook op dat in sommige Brusselse buurten de meeste appartementen geen
gordijnen hebben. Naar buiten kijken is hier even interessant als naar binnen kijken.
Het idee dat een paswoord hackbaar is, windt me op. Omgekeerd voyeurisme. Het
gekraakt willen worden.
Wie daagt mijn persoonlijk olijfhuidkleurig hacksterleger uit, mijn harem gewapend
met pijlen, harpen en uilen?
In de bochten hobbelt een diertje binnenin mij heen en weer. Het tracht rechtop
te blijven op mijn gekobbelde borstvloer. Het is een slijmerig porceleinen geitje met
hoorntjes van rozendons.
Thomas Buysens (1987) is taaltechnoloog, saxofonist en schrijver van tekstflarden. Samen met Ulrike Maes, de wolvengodin van de Antwerpse underground, schreef hij evenwel onlangs in één seizoen Roedelliefde, een raamvertelling met schaapswollen gordijnen. De jonge schrijver woont inmiddels bijna drie jaar in Milaan, waar hij jobhopt als een mus op de dakgoot van het neoliberalisme. ‘Suggesties van een onbestaand oeuvre’, zijn debuut, werd gepubliceerd op Samplekanon. Een opvallend werk in dat onbestaande oeuvre is de steampunknovelle Robotzweet (2013). De afgelopen drie weken was Thomas Buysens sampler van dienst.
2 thoughts on “Thomas Buysens (3)”
Comments are closed.