Door: Hannah van Binsbergen
The fact is, that among his hunters at least, the whale would by all hands be considered a noble dish, were there not so much of him; but when you come to sit down before a meat-pie nearly one hundred feet long, it takes away your appetite.
Herman Melville, Moby Dick
De afgelopen maand zat ik opgezadeld met twee monsters. Het ene was me in de maag gesplitst door de faculteit wijsbegeerte: Anthony Kenny’s A New History of Western Philosophy. Tijdens de dagen die we samen tot sluitingstijd in de universiteitsbibliotheek hebben doorgebracht, voelde ik me alsof ik op straat met een vreemde in een gesprek verwikkeld was geraakt dat me steeds minder boeide, zonder dat ik het durfde af te kappen.
De tweede behemot was gekozen. Op een ochtend was ik wakker geworden met het idee in mijn hoofd dat ik Moby Dick moest gaan lezen. You should always trust a hunch, zei William Burroughs, en hoewel ik geen citaat ken dat zegt dat je Burroughs altijd moet vertrouwen, kocht ik die Penguin Classic voor veel te veel geld bij de Slegte.
Geheel tegen mijn principes in las ik de introductie: ik wist namelijk bijna niets van Herman Melville. Gerustgesteld dat hij echt had deelgenomen aan de walvisvaart en dat er mensen zijn die vinden dat Moby Dick de beste roman is die ooit in het Engels is geschreven, kwam ik erachter dat dit niet de klassieke roman was die ik had verwacht, maar het geesteskind van een auteur die precies doet waar hij zin in heeft. Er worden hoofdstukken gewijd aan de beschrijving van apparaten die gebruikt worden bij het leeghalen van het spermaceti-orgaan in het hoofd van de potvis, aan flarden dialoog en zeemansliederen die ’s avonds op het dek te horen zijn en aan meditaties over de aard en superioriteit van het schepsel potvis.
Ik merkte in de loop van het lezen dat ook ik een voorkeur ontwikkelde voor de potvis boven de noordkaper, en ging vinden dat de walvis een vis was, Linnaeus of geen Linnaeus. Om nog maar te zwijgen van al die arrogante landrotten en hun vooroordelen over de walvisvaart. Het lijkt wel alsof iedereen een mening over Moby Dick heeft, maar ik nam alle meningen en obsessies van de auteur over, waardoor het me heel erg bevreemdde dat er zoveel mensen zijn die bij hoog en laag volhouden dat het boek niet over walvissen gaat, maar over Amerika, over waanzin of over de goeie ouwe menselijke conditie. Hebben zij het wel gelezen? Hebben ze de catalogus van citaten over walvissen in het begin en het hoofdstuk Cetology gewoon overgeslagen?
Zelfs als de witte walvis een metafoor is, kun je het beeld niet klakkeloos inwisselen voor het afgebeelde. Zelfs als je het belangrijk vindt om de walvis te verbinden met een bepaald aspect van de menselijke conditie, zeg verlangen, dan heeft dat verlangen altijd een object dat de vorm ervan dicteert. Verlangen om een walvis te doden is niet hetzelfde verlangen als verlangen naar een bordje kibbeling.
Moby Dick bleek het boek dat ik al heel lang wilde lezen, en het raakte aan iets diep onder de oppervlakte wat ik op dit moment nog niet kan uitleggen. Behalve dat het ingewikkeld is, is daar ook een andere reden voor: ik heb de witte walvis even weggelegd. Ik was te laf om Kenny naar de andere kant van de leeszaal te smijten en te verveeld om er echt goed voor te gaan zitten; het resultaat was dat ik voornamelijk kreunend voor me uit bleef staren boven het hoofdstuk ‘Peirce to Strawson’, maar ook niets anders mocht lezen. Verplichting, het grootste monster van allemaal, heeft weer eens gewonnen.