doodvissen
wezenstrek
Met haar handen in het deeg weet ze wat ze doet.
Ze drukt haar palm in de zachte bol. De onderste
helft van haar gezicht is ontspannen, op haar
voorhoofd tekenen zich zeven denkrimpels af –
alsof het deeg haar iets vertelt dat haar verbaast.
pierewaaien
Er is niet zo veel te doen in het hier en nu. Brood
bakken is iets waarover we het eens kunnen zijn;
je hoeft maar een golf van de geur op te vangen
om te weten dat het helpt. Zingen, lezen en zonnen
zijn toch iets anders.
blauwbekken
Een grof gebreide omslagdoek ligt om haar
schouders. Sokken met gaten reiken tot haar
knieën. Zolang ze dicht bij de oven blijft, gaat het.
De wind raakt haar niet.
duivelswolkje
Er tekent zich iets af. Het is bol op de verkeerde
plekken en hol op de goede. Het lijkt het niet eens
te zijn met de rest van de dag.
orakelen
Hij valt binnen en spreekt over slechtvalken,
trillingen en tegenstellingen. Hoe langer zijn
woorden, hoe meer ze twijfelt. Je kunt met iemand
slapen, nee, leven, die niets te zoeken heeft in je
hoofd.
afzoenen
Zoals hij zijn woorden op haar buik drukt, drukt
hij zijn lippen op haar hals. Ze ademt diep in. Nog
voor de lucht ontsnapt, is zijn mond al daar.
sleurwerk
Hij zal ergens in een hoekig kantoor achter een
scherp scherm gaan zitten en dat zal alles zijn.
oudbakken
Hoe lang het al zo gaat weet niemand meer. Haar
vrienden hebben het verhaal al gehoord, tegen-
gesproken en losgelaten. Zijn vrienden vragen niets.
doodvissen
Je hebt iets in je. Er zijn manieren om iets te
nemen en iets te geven. Ook zijn er manieren om
iets te nemen, iets te nemen, iets te nemen.