Ricardo Domeneck – Drie gedichten

Tekst voor wie misschien de muren kan herbouwen en de citadel opnieuw bevolken

Voor F.T.

I.

Iemand die glimlacht bij de seks
en adjectieven snort is niet te beteugelen,
die weet dat het machtsevenwicht
achter- en vooruitgang behoeft, die zijn
terugtocht uitstelt maar niet zijn gelui,
de strateeg die de uitwerking van zijn
gefluister niet kent, vraagt om ‘iedere
positie die in dezelfde daad, coïtus,
kus en kozen toelaat’, ontwerpt een
nieuwe oorlogskunst waarbij beleg, plundering
en heropbouw van de stad opeenvolgende
en gelijktijdige en parallelle acties zijn,
de getijden tussen snede en litteken,
zoals de bewegingen van de lucht
die met haar explosies in mij
haar nest van schokken teweegbrengt.

II.

Niets boven een kerel van twee meter
lengte die zich naakt uit bed hijst,
met een glimlach die zijn smoel
na de seks in grafkuil verandert. Ach, hemelen!
Hij zou natuurlijk kunnen leren surfen
op zijn voeten, hij heeft genoeg
aan een van zijn handen om die om
mijn nek te leggen (en liefst in 80
dagen), terwijl mijn vingers
zich over zijn thorax veeleer
als de homunculi over Gulliver gedragen.
Ik heb altijd al iemand op zijn teen-
top willen kussen, maar ik vermijd mijn rechter-
been op te tillen, zoals op foto’s van de jaren veertig.
Te vroeg voor expliciete uitstortingen, besluit ik
mijn schedel te laten zinken, mijn lach te verbergen.

III.

Zou de planeet Euforie kunnen bereid
zijn om achter de zon te gaan walsen?
Hopelijk is ze al op weg naar de Aarde,
want zelfs als mijn schrille tonen nu
dieper klinken, de bergtoppen dankzij erosie
dichter bij het niveau van de zee en van
mijn voeten komen, dat toppen
uiteindelijk weten wat ze zijn: koppen,
spotternij voor onze horizontale ogen,
en verslaafd, ten westen van de zon, aan
stijgingen per parameter voor ons uitrekken
en ons uitstrekken in de hoogte, ik zou je
nog eens willen ontmoeten om extra materiaal
binnen te halen voor dit gedicht dat u viert,
maar de onthouding maakt daarvan, als een foetus,
de viering van alles wat onvoltooid is.
 
 

Comments

Ricardo Domeneck (1977) is een van de meest veelzijdige stemmen in de hedendaagse Braziliaanse poëzie. Hij is dichter, criticus en vertaler en een van de oprichters van het multidisciplinaire kunstenaarscollectief Gully Havoc. Gedichten van zijn hand zijn onder meer vertaald naar het Duits, Engels, Spaans, Frans, Russisch en Sloveens. Domeneck woont en werkt in Berlijn. Op Samplekanon verscheen eerder een indrukwekkend driedelig feuilleton over Braziliaanse literatuur.  Het verzamelde lichaam is een Nederlandse uitgave van zijn werk, vertaald door Bart Vonck en uitgegeven door Perdu.

Pieter Van de Walle

je dacht dat ik overdreef toen ik zei dat mijn vijf kolibries
vijf verschillende voederbakjes nodig hadden
omdat ze elkaar anders met hun snavels de kop inslaan

Lees verder

Tim Bongaerts

er is weinig voor nodig
een korte ontkoppeling 
van je lichaam 

hoor je het bot kraken?

Lees verder

Simone Atangana Bekono

UHH,,,I AM SORRY I KNOW NOTHING OF FORM!!

er wordt veel over me gefluisterd
ik mis tucht dus ik vraag stergespreid om tucht

Lees verder

Yinni

GEGROET BODHISATTVA VAN HET AFVAL

Lees verder

Rozalie Hirs

ik doe mijn haar
[thema en variaties]

Lees verder

Angelika Geronymaki

diep in de aardkorst gaat de tektonische grens
gebukt onder een saboteur, voor hem het onderrijk,
anti-oceaan e.d.

Lees verder

marwin vos

de teksten opnieuw doorgenomen op de woorden

– zelfmoord

– moord/uitsterven

– weigeren

– joy

Lees verder

Yasmin Namavar

ik kniel voor de bloemen, de velgen
gebukt onder het lichaam
als ik opkijk
ligt er een kind tussen mijn benen

Lees verder

Alara Adilow

Dysforie diaspora dysforie mijn
en laat me daarna spreken
Met dit bijeengeraapte vocabulaire
van ingestorte dingen: steden ideeën idealen familie economieën.

Lees verder

Max Urai

De auteur wil de volgende personen en instanties bedanken voor hun hulp bij de totstandkoming van deze roman.

Lees verder