Feestsample (2): Anna van Leeuwen

Welgericht mikken

Het is de nacht voor oud en nieuw. Ik lig in bed, met een geheime fantasie. Op mijn straat wordt vuurwerk geknald. Voor de duidelijkheid: dit is niet mijn fantasie, dit is de realiteit. Het geknal houdt me wakker. Men weet de knallen zo te doseren dat ieder half uur ergens een vuurwerkbom en een scooteralarm afgaan. Elk kwartier een rotje, precies op onze stoep gegooid. Dit doseren fascineert me. Of zouden ze steeds een half uur lang een bom bouwen en ‘m dan afsteken?

Vanmiddag ben ik met mijn boodschappen gauw mijn huis ingevlucht. Achter mij gooiden een paar rotjongens hun rotjes achteloos voor hun voeten, tussen het winkelende publiek dat steeds panisch uiteen stoof. Dat achteloos gooien zouden ze vast gauw verruilen voor welgericht mikken in mijn capuchon, wist ik. Dus zette ik het op een snelwandelen, waarmee ik vast een nog aantrekkelijker doelwit werd (NB: ook dit is fantasie, maar niet geheim).

Hoe die bommen nu heten, weet ik niet. Maar een dikke twintig jaar geleden waren het strijkers, die klinken net zo hard als kanonslagen, volgens Wikipedia (nl.wikipedia.org/wiki/Stijker_(vuurwerk)), wat dat ook mogen zijn. Ze waren en zijn verboden, maar je kon er makkelijk aan komen, had mijn grote broer gemerkt. Het was voor het eerst dat ik met deze verkrijgbaarheid van illegale waren werd geconfronteerd. Mijn ouders gingen er pedagogisch correct mee om en vroegen mijn zwijgende grote broer onder het eten: “Is er iets wat je ons wilt vertellen?” Hij huilde. De lading strijkers bleek verstopt in het poppenbed van mijn nichtje, met haar medeweten overigens. Het hele drama, huisarrest volgde, nam in mijn hoofd oorlogse proporties aan. Verzetskranten, had ik ooit geleerd, werden toch ook in kinderwagens gesmokkeld? Misschien wisten mijn neefje en nichtje dat ook.

Een burgeroorlog, dat is het in mijn buurt. En mijn geheime fantasie past daarbij. Ik lig op mijn buik op ons Parijse balkonnetje. Het balkonnetje waarop we soms staan als de brandweer is uitgerukt of als er wordt getoeterd of geschreeuwd in de straat. In mijn handen klem ik een geweer. Mijn capuchon heb ik over mijn hoofd getrokken. De lichten in ons huis zijn uit. De rotjongens staan in het schijnsel van de straatlantaarn aan de overkant. Ik zie ze aansteken, ik zie de lont gloeien, ik zie ze gooien, ik mik, ik tel, ik schiet. Eén knal, raak. Precies als op de kermis, van de vijf vingers blijven er vier over, of minder. Ik sluip mijn huis in, hang mijn jas aan de kapstok en het geweer terug aan de muur. Zachtjes ga ik weer naast mijn vriend liggen, die zich omdraait. Op straat schreeuwt iemand, maar ik kan gaan slapen.


Lees hier de eerste feestsample van Anna van Leeuwen 
Anna van Leeuwen (1982) is web- en eindredacteur van kunsttijdschrift Kunstbeeld en redacteur vanhard//hoofd. Na haar studie Wijsbegeerte schreef ze over hedendaagse kunst voor o.m. Tubelight, de Volkskrant en Liefde in de stad. Op hard//hoofd schreef en schrijft ze verhalen naar aanleiding van contactadvertenties en oproepen in de Albert Heijn. Zie ook: www.annavanleeuwen.nl

Comments

One thought on “Feestsample (2): Anna van Leeuwen

Comments are closed.

Pieter Van de Walle

je dacht dat ik overdreef toen ik zei dat mijn vijf kolibries
vijf verschillende voederbakjes nodig hadden
omdat ze elkaar anders met hun snavels de kop inslaan

Lees verder

Tim Bongaerts

er is weinig voor nodig
een korte ontkoppeling 
van je lichaam 

hoor je het bot kraken?

Lees verder

Simone Atangana Bekono

UHH,,,I AM SORRY I KNOW NOTHING OF FORM!!

er wordt veel over me gefluisterd
ik mis tucht dus ik vraag stergespreid om tucht

Lees verder

Yinni

GEGROET BODHISATTVA VAN HET AFVAL

Lees verder

Rozalie Hirs

ik doe mijn haar
[thema en variaties]

Lees verder

Angelika Geronymaki

diep in de aardkorst gaat de tektonische grens
gebukt onder een saboteur, voor hem het onderrijk,
anti-oceaan e.d.

Lees verder

marwin vos

de teksten opnieuw doorgenomen op de woorden

– zelfmoord

– moord/uitsterven

– weigeren

– joy

Lees verder

Yasmin Namavar

ik kniel voor de bloemen, de velgen
gebukt onder het lichaam
als ik opkijk
ligt er een kind tussen mijn benen

Lees verder

Alara Adilow

Dysforie diaspora dysforie mijn
en laat me daarna spreken
Met dit bijeengeraapte vocabulaire
van ingestorte dingen: steden ideeën idealen familie economieën.

Lees verder

Max Urai

De auteur wil de volgende personen en instanties bedanken voor hun hulp bij de totstandkoming van deze roman.

Lees verder