“all the raindrops, all the raindrops”
I
“in de Ooijpolder is voor het eerst een otter gezien
het dier is waargenomen door een camera”
en wij
en met de deur dicht
heb ik je gisteren gezien
de polder – de kwelder – uiterwaarden
rivier – winterdijk – de stad
we scannen elkaars lichaam
langs elkaar heen
vanavond of een andere morgen hebben we de tijd
teruggezet in de klok
II
zelfs het script is op mij ingelezen
steeds is het naar mij onderweg
op steenworpafstand is het gaan sublimeren
thuis aangekomen zagen we hoe willekeurige dingen
zich volgens een vooropgesteld schema voltrokken
III
fade out
siberië was het eerste woord dat ik vanmorgen uitsprak
ik liet het slingeren over tong, langs wang en gehemelte
en weer terug
ik weet zeker dat het een goddelijk vermogen
is opgenomen te worden in de tijd, en ik word
opgenomen in de tijd en niemand
heeft er last van en allemaal gieren ze van het lachen
het heeft een vermogen gekost en ik word gelanceerd
als een speer met dingen die kunnen vliegen
ik leef afgezonderd met heel veel dingen die op elkaar
lijken die een godsvermogen hebben gekost
een overvloed groter dan de Atlantische oceaan
ik wil de verstrooiing van stofdeeltjes voor het raam
van binnenuit leren kennen